Een stille choreografie, of hoe een zitvlak dansen kan
Van de Pietà-scène kom ik op een volgend beeld. Hier geen man op schoot, maar bil op bil. De fotograaf Sasha Kargaletsev liet zich uitdagen door een door hem verafschuwde afbeelding op een modesite, genaamd Buro 24/7. Uit de boosheid van de kunstenaar is bovenstaande foto voortgekomen en die is misschien wel mooier geworden dan aanvankelijk bedoeld of in elk geval stelt de kracht van het beeld het protest in haar schaduw.
Op de gewraakte foto posteert Dasja Zjoekova (kunstsponsor en vrouw van de miljardair en Chelsea-eigenaar Roman Abramovitsj) zich bovenop een zwarte vrouw, als was zij haar bureaustoel: nrc.nl 24 januari 2014. Sasha Kargaletsev heeft daar een element van onderdrukking in gezien en keerde daarom zogezegd blank en zwart om in zijn eigen compositie. In die compositie gebeurt echter veel meer.
Het ligt voor de hand om aan de foto een seksuele betekenis te geven. De mannen zijn naakt, er is sprake van dominantie en in het centrum van het krachtenveld ontmoeten hun geslachtsdelen elkaar, daar waar een hand als een vijgenblad de details verborgen houdt (maar de duim wijst naar binnen). Op het modeplaatje dat door deze afbeelding wordt bekritiseerd, is de onderste vrouw gekleed in erotische kleding. Op die afbeelding is de seksuele betekenis duidelijk, maar meer dan uitdagend of karikaturaal lijkt zij niet te willen zijn. De mannen op de foto van Kargaletsev overstijgen de platvloersheid. Ze zijn mooi en fascinerend en houden het oog van de kijker vast daar waar het letterlijk spant, spannend is, en waar het voor de kunstenaar waarschijnlijk ook om draait.
Draai de foto van Kargaletsev eens langzaam rond. Deze mannen passen zo mooi op en in elkaar, dat, hoewel er sprake is van ongelijkheid, geen van beiden zonder de ander kan. Zelfs op zijn kop houdt hun pose zeggingskracht. Hun kracht is naar binnen gekeerd, ze vormen één lichaam, met hun bekkens als centrum. Het bekken is een centraal punt in ons lichaam, het vertrekpunt voor een gezonde houding, een gerichte beweging. Ons bekken doet mee met zowel onze benen als met onze romp en bekkenkracht speelt een belangrijke rol bij een goede ademhaling. De concentrische compositie vangt het oog van de toeschouwer als in een web, een bijna bezwerend beeld zonder uitweg. Als de wijzer van de klok zou het uitgestrekte been van de zwarte man rond kunnen gaan. Dat verandert niets aan de houding van het cluster, en geen seconde boet het beeld aan kracht in. Niet dat ik ervoor pleit om het beeld als ronddraaiend object op de wand te projecteren. De stille choreografie die we hier zien is waarschijnlijk mooier en prikkelender dan een foto die zelf rond gaat. Het beeld roept een dans op, niet door beweging, maar door een concentratie op de bekkenkracht, op het startpunt van de beweging.
Achter- en ondergrond dragen bij aan de voorstelling. De witgekalkte bakstenen en de houten vloer spelen op de achtergrond hetzelfde spel als de contrasterende huidskleuren op de voorgrond. Als je je aandacht op de muur richt, is het wit met al zijn imperfecties verre van wit, maar in sterk contrast met de vloer. Licht contrasteert met donker. Tegelijkertijd weten muur en vloer de voorstelling op de voorgrond te bespelen. De muur laat het donkere lichaam naar voren komen. En zo kil als de wand, zo warm is de vloer, een spel van aardetinten, die naar zowel de voeten van de bovenste als naar de handen van de onderste man kleuren. Het bekken van de onderste raakt net de horizon, daar waar muur en vloer elkaar ontmoeten. De nerven en naden van de vloer lopen in de richting van één verdwijnpunt, even boven het bekken van de bovenste man.
We zien predator en prooi, tot elkaar veroordeeld in een dans op leven en dood. Maar we maken zelf ook deel uit van die dans. Als een prooi wordt ons oog dit beeld in getrokken, recht op het doel af, daar waar de kunstenaar ons hebben wil. Er is geen ontkomen aan, alles draait om het zitvlak.